-
1 rock
n. rots; "Rock"muziek; beweging--------v. zacht bewegen; zich bewegen; schokkenrock1[ rok]I 〈eigennaam; Rock; the〉2 rotsblok3 (steen)rots ⇒ steun, toeverlaat4 〈 voornamelijk Brits-Engels〉zuurstok/pepermuntstaaf/kaneelstok♦voorbeelden:as solid as a rock • oersolide, onwrikbaar; betrouwbaarbe on the rocks • op de klippen gelopen/gestrand zijn 〈 ook figuurlijk〉; naar de knoppen zijn; 〈 informeel〉 (financieel) aan de grond (zitten)〈 voornamelijk Amerikaans-Engels〉 on the rocks • on the rocks/op ijs(blokjes) geserveerd 〈 van dranken〉————————rock21 schommelen ⇒ wieg(el)en, deinenII 〈 overgankelijk werkwoord〉♦voorbeelden: -
2 éventer
éventer [eevãtee] -
3 inklusive
-
4 on the rocks
op de klippen gelopen/gestrand zijn; stuk/ in de vernieling/ naar de knoppen; aan de grond/op zwart zaad; op ijs geserveerd (worden)on the rockson the rocks/op ijs(blokjes) geserveerd 〈 van dranken〉 -
5 ein Menü inklusive Getränken
Wörterbuch Deutsch-Niederländisch > ein Menü inklusive Getränken
-
6 deadly cocktail
dodelijke coctail (gevaarlijke samenstelling (over het algemeen van sterke dranken of van drugs) -
7 ice
adj. ijs---------n. bevroren water, ijs; ijsje; laag van bevroren water; glazuur; substantie die op water lijkt; (Slang) diamanten--------v. bevriezen; vriezen; glaceren; met ijs bedekken; invriezenice1[ ajs] 〈 zelfstandig naamwoord〉1 ijs2 vruchten/waterijs(je) ⇒ Italiaans ijs♦voorbeelden:1 keep something on ice • iets koel/in de koelkast bewaren; 〈 figuurlijk〉iets achter de hand/in reserve houden〈 figuurlijk〉 put something on ice • iets in de ijskast zetten, iets uitstellen〈 informeel〉 cut no/not much ice (with someone) • geen/weinig indruk maken (op iemand)————————ice2II 〈 overgankelijk werkwoord〉♦voorbeelden: -
8 temperance
n. gematigdheid; matigheid, onthouding (van sterke dranken)[ temprəns] -
9 license to sell alcoholic beverages
vergunning voor verkoop van alcoholische drankenEnglish-Dutch dictionary > license to sell alcoholic beverages
-
10 liquor license
vergunning voor verkoop van sterke dranken -
11 nephalism
n. niet gebruik maken van alcoholische dranken -
12 nephalist
n. onthoudt zich van sterke dranken -
13 overdrink
v. te veel drinken (speciaal van sterke dranken) -
14 rumrunning
n. Smokkelen van sterke dranken -
15 temp.
n. matigen, intomen; onthouding van sterke dranken--------n. temperatuur--------n. tijdelijk--------n. tijdelijke medewerker(ster) -
16 raide
-
17 Ausschank
-
18 der Ausschank alkoholischer Getränke
Wörterbuch Deutsch-Niederländisch > der Ausschank alkoholischer Getränke
-
19 geistig
geistig1 geestelijk ⇒ intellectueel, spiritueel, verstandelijk♦voorbeelden:die geistigen Berufe • de intellectuele beroepender geistige Vater • de geestelijke vadergeistig beschränkt, rege • beperkt, levendig van geest¶ geistige Getränke • geestrijke dranken, sterkedranken
См. также в других словарях:
Christianus Petrus Eliza Robidé van der Aa — (Amsterdam, 10 October 1791 – Oosterbeek, 14 May 1851) was a Dutch jurist and author.[1] He was the son of Pierre Jean Baptiste Charles van der Aa. Biography Christianus Petrus Eliza Robidé van der Aa, born in Amsterdam October 7, 1791, was a son … Wikipedia
Schwein — (s. ⇨ Ferkel und ⇨ Sau). 1. A muar Swin, a thanner Speelang. (Amrum.) – Haupt, VIII, 354, 52. Je mehr Schweine, desto dünnerer Spülicht. 2. A Schwein un a Kaufmann müssen ausgenommen sein, ehe mer sieht, was dran is. 3. Alle Schweine sind im… … Deutsches Sprichwörter-Lexikon
Nordholland — Provinz der Niederlande Wappen Flagge … Deutsch Wikipedia